In de zomer van 2014 had ik een afspraak met een oudere mevrouw, laten we haar mevrouw Vogel noemen. De dochter van haar overleden echtgenoot zat in de schulden en had gezegd dat ze haar kindsdeel kwam opeisen. Mevrouw Vogel was daarvan geschrokken en vertelde woedend het volgende verhaal.

Situatie

Mevrouw Vogel verloor haar eerste man na een kort ziekbed en was dolgelukkig toen ze een paar jaar later de heer Vogel ontmoette. Een knappe man, ietsje ouder dan zijzelf en ook fervent bergwandelaar. Al snel trok hij bij haar in. Mevrouw Vogel werkte fulltime, de heer Vogel sleet zijn dagen dan weer hier dan weer daar en bracht geen inkomen binnen. Die verdeling vonden ze beiden goed.

Na een tijdje samen gewoond te hebben, wilden ze trouwen met het idee dat alles dan immers direct goed geregeld zou zijn. Ze trouwden echter zonder advies in te winnen, in gemeenschap van goederen.

Lange tijd hadden ze het heerlijk samen. Ze waren veel te vinden in hun huisje in de Alpen en wandelden wat af. Totdat de heer Vogel op een dag neerviel in de keuken en ter plekke overleed. Die dag was ten tijde van ons gesprek vijf jaar geleden. Inmiddels had mevrouw Vogel haar leven weer op de rit en alles ging naar wens, totdat de dochter van meneer Vogel op de stoep stond. Volgens die dochter hadden zij en haar broer recht op geld. En dat voelde zo oneerlijk! Mevrouw vogel had immers al die jaren gewerkt, terwijl haar echtgenoot niets binnen bracht en nou moest ze een groot deel van haar vermogen aan die kinderen geven? Ze was woedend.

Hoe werkt dat?

Omdat de heer en mevrouw Vogel in gemeenschap van goederen waren gehuwd, bestond de nalatenschap van de heer Vogel uit de helft van de huwelijksgemeenschap. Op basis van de wet (de zogenaamde wettelijke verdeling) ging het aandeel van de heer Vogel in de gezamenlijke bezittingen en schulden naar mevrouw Vogel. De kinderen van de heer Vogel kregen een vordering in geld ter grootte van een/derde-deel van de nalatenschap. Die vordering is op basis van de wet echter pas opeisbaar bij het overlijden van mevrouw Vogel.

Conclusie

De dochter en zoon van de heer Vogel hebben een vordering in geld die pas opeisbaar is bij overlijden van mevrouw Vogel. Dit betekent dat die kinderen na het overlijden van mevrouw Vogel hun vorderingen krijgen uitbetaald, mits in de nalatenschap van mevrouw Vogel voldoende vermogen is om de vorderingen te kunnen voldoen. Blijft er na het betalen van die vorderingen nog een bedrag over, dan gaat dat naar de broers en zussen van mevrouw Vogel. Omdat mevrouw Vogel inmiddels geen contact meer heeft met de kinderen en kleinkinderen van de heer Vogel, voelt dit heel naar. Zij heeft haar hele leven hard gewerkt om het huis af te betalen en te sparen en het voelt verkeerd dat de kinderen van de heer Vogel dat straks kunnen opeisen. Veel liever had ze alles nagelaten aan haar broers en zussen.

Hoe kan dit worden voorkomen?

Dit had voorkomen kunnen worden wanneer de heer en mevrouw Vogel waren gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Dan hadden zij kunnen bepalen dat het huis en eventuele andere bezittingen eigendom bleven van mevrouw Vogel. De kinderen van de heer Vogel hadden daar dan geen aanspraak op kunnen maken. Vaak realiseren mensen zich dit niet op het moment dat ze een nieuwe relatie aangaan, terwijl bij (een van) beiden sprake is van een eerdere relatie met kinderen.

Wees ervan bewust dat kinderen uit een eerdere relatie wettelijk gezien bepaalde rechten hebben. Wilt u niet dat hier later problemen door ontstaan, dan moet u dit dus op tijd regelen.

Hebt u hier vragen over neem dan contact op met een van de dames van Hart en Have.