Een pittoresk plaatsje in het westen van het land. De avondzon schijnt op de serieuze gezichten van de mannen die tegenover me zitten. Met de handen gevouwen om de mokken koffie kijken ze me vragend aan. Wat moeten ze nou.
In het uur ervoor hebben ze me uitgelegd dat ze broers zijn, alle drie gehuwd zijn, 2 kinderen en een aantal kleinkinderen hebben. Ze hebben een kerstboom aan BV’s met vastgoedprojecten en ieder een aardig vermogen in termijndeposito’s. Vanwege hun leeftijd heeft hun fiscalist al een aantal keer een advies geschreven over de fiscaal meest gunstige wijze van overdracht van hun vermogen aan de kinderen en kleinkinderen.
Ondanks dat ze al duizenden euro’s aan adviezen hebben uitgegeven, was het nog niet gekomen tot een (partiële) overdracht. Waarom? Wat houdt hen tegen? Die vraag bracht de mannen in beweging. Theelepels werden tegen mokken aangetikt, voeten schoven over de vloer. En toen kwamen de eerste argumenten op tafel.
Wij hebben het zelf moeten verdienen, dus onze kinderen moeten dat ook, het is belangrijk dat de kinderen voor zichzelf leren zorgen. Maar deze argumenten hadden ze ook met de fiscalist besproken en waren in een van de laatste adviezen verwerkt. Dat kon het niet zijn en dus vroeg ik door. Dit resulteerde in een eerste spreekwoordelijke aap uit de mouw. Bij overdracht zouden de 6 kinderen gezamenlijk het bestuur over de vennootschappenstructuur krijgen. Volgens de broers zou dat vanwege het aanzienlijke vermogen leiden tot ruzie tussen de kinderen en het te gelde maken van het vastgoed tegen niet-optimale prijzen.
De jongste broer keek op van zijn koffie en voegde daar met zachte stem aan toe dat hij niet in de situatie wil komen dat hij een nieuwe tv aan zijn zoon moet vragen. Ik had een vermoeden dat hij niet financieel afhankelijk van zijn kinderen wilde zijn en die hypothese bleek te kloppen. Er volgden nog een paar minuten stilte waarin de mannen nadachten of er nog meer argumenten waren. Er kwamen geen reacties meer.
Samenvattend en vertaald naar zorgen en belangen, maakten de broers zich zorgen over het mogelijk verstoren van een goede familierelatie, over het kunnen maken van de juiste keuzes door de kinderen en over mogelijke financiële afhankelijkheid. De heren knikten en kregen een gezichtsuitdrukking die ik interpreteerde als opluchting.
In één avond hadden we het lek boven. De broers wilden wel degelijk schenken aan hun kinderen, maar dan wel met inachtneming van hun zorgen. Om te voorkomen dat er straks weer een paar duizend euro aan advieskosten verloren zou gaan, stelde ik voor om op korte termijn een bespreking te plannen met hun echtgenotes, kinderen en hun partners. Om een eventuele overdracht goed te laten verlopen is het in deze situatie immers belangrijk dat iedere betrokkene op de hoogte is van de plannen en zijn/haar zienswijze kenbaar kan maken.
De ervaring leert dat er tijdens dat soort bijeenkomsten hele interessante oplossingen gevormd kunnen komen. De uitkomst van de bespreking met alle betrokkenen hebben we samen bij de fiscalist en notaris neergelegd. Na al die jaren zou er een advies komen dat wel uitgevoerd wordt. Dat hadden ze als familie maar mooi voor elkaar gekregen, met een beetje hulp van Hart en Have.